Mama Gaza

Ontwaak en schud de angst

uit jouw verlamde lijf.

Verga niet mee tot stof en as.

 

Bescherm je oren en je hart

tegen het niets ontziend geraas

van ‘t wassende geweld.

 

Als zelfs de onschuld

niet meer veilig is

tegen de tomeloze haat

en zinloze agressie,

tegen de moord op je bloedeigen volk, 

dan moet je gaan.

 

Verlaat je dorp,

verbreek hier, nu

aloude banden,

omhels vandaag nog

wie je lief is en vlucht

 

opdat je tranen

druppels worden in de stroom

die traag en jarenlang nog zoeken zal

naar veiligheid en vrede,

naar de illusie van verzoening

tussen de bergen en de zee.

 

En kom nooit kom niet

kom ooit

terug

naar onze schone strook

die altijd

Palestina,

Thuis zal heten. 

    

Käthe Kollwitz, treurend ouderpaar, 1931, Vladslo

80 jaar vrede?

 

Na jaren leed, verstilde angst

en ’t roerloos opgekropte zwijgen

ademen wij weer, eerst bang en aarzelend,

maar dan kordaat voluit:

bevrijding, een feest van (toen al) boogie woogie

en van demonische uitbundigheid.

 

Gekwetste zielen dansen oeverloos

tussen het godverlaten puin

dat stil maar oorverdovend spreekt van 

deze grote, niets ontziende oorlog.

 

Emoties laaien steeds weer elders op

met felheid van papavers

en oorlog wordt een voetnoot

tussen de vreugdedronken,

van pijn en wraak doordrongen onmenselijke meute.

Want na de leute wacht de pijn om al wie wij verloren zijn

in een barbaarse, domme strijd.

 

Tussen de witte mistgordijnen

boven het immer grijze puin

brengt dan misschien een nieuwe ochtend

een boodschap die nog steeds bevrijdt:

wees warm, wees mens, wees vredeswens

en wees – altijd -  verdraagzaamheid.

 

VREDESSTEEN

 

 

De oorlogsjaren lijken lang voorbij,

het moordend lood bijna vergeten,

maar ons bedreigt een nieuwe dood

die onverschilligheid zal heten.

 

Want ergens ver maar ook dichtbij

vergaat een dorp tot stof en puin

en heft, geladen voor een wrede strijd,

alweer een mens, een kind, zijn wapen op.

De wraaklust kent géén onderscheid.

 

De Wadistroom* kleurt rouwend rood

en groet een stoet  van vluchtenden

langsheen de rusteloze strook

waar uit het puin verdriet ontsproot.

 

Waar haat en macht het land regeren,

daar staat de grens in vuur en vlam,

daar heerst een blind, verstard bewind.

De rampspoed lijkt er niet te keren.

 

Daarom willen wij niet vergeten,

niet huilen met de wolven in het bos,

willen wij nooit van oorlog weten,

laten wij slachtoffers niet los.

 

Wie nu, kordaat, voor stilte kiest,

bouwt straks, en steen voor steen de hoop

voor ieder één die toekomst ziet.

 

Dan klinkt een moedig, troostend lied

vanuit een hart vol dankbaarheid

voor warme mensen, hier en daar,

die ‘vrede’ in hun vaandel voeren.

Moge hun vrede ons beroeren.

                  

*Wadi Gaza is de belangrijkste rivier in de Gazastrook.

 

September 2024

Voor het slapengaan

 

Als onze dag ten einde loopt

en wij gaan eten bij ons thuis

dan is het lekker en gezellig.

Wij smikkelen en kletsen maar

en zijn dan heel dicht bij elkaar.

 

Maar dan, rond zeven uur,

dan zetten wij de wereld aan

en zien wij het journaal.

En wij, mijn broer en ik,

wij mogen dan nog even spelen.

Daarna leest papa een verhaal.

 

En elke avond horen wij

het nieuws over alweer een dag

vol oorlog, ruzie en geweld,

over een oma vol verdriet

die huilend bij een kist vertelt

hoezeer zij haar familie mist.

 

Mijn broer en ik begrijpen niet

hoe iemand echt zo stom kan zijn

dat hij een ander niet graag ziet,

en pijn veroorzaakt. En verdriet.

 

Maar na de sport op het journaal

komt weer een mooi of gek verhaal.

En papa maakt het extra lang.

dan zijn we rustig en niet bang.

Dan kunnen wij zacht slapen gaan

en is die oorlog snel gedaan.

 

©Paul Vereecken 2024